The Hobbit: An Unexpected Journey

3 Jan
The Hobbit: An unexpected Journey is eindelijk te zien in de zalen. Het eerste langverwachte deel van de nieuwe trilogie van Peter Jackson heeft na The Lord of The Rings grote schoenen te vullen. Toch weet de film te verbazen, en dat in 2D, 3D of aan 48fps.
The Hobbit: An Unexpected Journey is een pareltje. Hij neemt een wat lange aanloop met de introductie van de dwergen maar eens de film op gang komt laat hij je niet meer los. Peter Jackson doet waar hij goed in is: prachtige decors, verbazingwekkende special effects en een hele hoop entertainment.
De make-up en kostuums zijn prachtig. De dwergen hebben weelderige baarden en knoerten van neuzen, goed voor uren in de make-upstoel. Ook de Orcs zijn heerlijk angstaanjagend. Ik heb de digitale versie gezien en ik kan me alleen maar inbeelden dat dit effect nog sterker moet zijn in 3D.

48fps

De film zorgt ook voor een primeur. The Hobbit is gefilmd aan een hoger frame rate. 48 frames per seconde in plaats van 24. Dit moet voor een nog heldere beeldkwaliteit zorgen en een vlotter verloop van de beelden, vooral dan in actiescènes.

  1. Hoewel je zou denken dat dit huzarenstukje de filmervaring enkel ten goede kan komen, is niet iedereen tevreden over de hogere frame rate.
  2. ellardent
    Hobbit: 48fps does make it more as-it-was, ‘real’. but is reality the goal? Immersion is, & like 3D I’m distanced, not drawn in… #tweetnotes
  3. Plot

    Voor iemand die The Hobbit niet gelezen heeft, brengt de film een zeer aardig plot. Ik kan me wel inbeelden dat mensen die het boek wel gelezen zich hier en daar wat zullen ergeren aan de film. Het plot strookt niet overal met de verhaallijn van het boek, en daar komt nog eens bij dat het nogal dunnetjes is uitgesmeerd om er drie films uit te kunnen puren.

  4. iTuqi88
    RT @KLMoscrop: The Hobbit was awesome. long winded, but, awesome.
  5. Maar dat kan de pret voor de meesten niet bederven. Martin Freeman blinkt uit als de jonge
    Bilbo en Ian Mckellen speelt wederom de Gandalf waar we al drie LOTR films dol op zijn. De dwergen doen het ook niet slecht, alleen brengen ze soms wat te veel humor op de planken.
  6. ellardent
    Hobbit: Opening half hour is like The Godfather’s wedding – endless setting up. Too much for some, I enjoyed it entirely. #tweetnotes
  7. Verwachtingen

    De trilogie van The Lord of the Rings was prachtig fenomenaal. Om dit nog eens over te kunnen te doen is misschien wel wat veel gevraagd. Als je met dit idee en niet TE hoge verwachtingen naar The Hobbit gaat kijken kom je zeker niet van een kale reis terug. Ik ben fan en kijk nu al uit naar het vervolg dat in december uitkomt.

“De hele nacht door knallen”

2 Jan

Release van nieuwe videogame houdt 28.000 Vlamingen wakker

In de nacht van 12 op 13 november stonden meer dan 28.000 Vlaamse gamefreaks aan verschillende filialen van Game Mania aan te schuiven voor de nieuwste uitgave van de videogame Call Of Duty: Black Ops 2. Wat maakt deze game nu zo speciaal en waarom willen mensen in godsnaam in het midden van de nacht kamperen bij de winkel om toch maar één van de eerste exemplaren te kunnen bemachtigen?

 

Door Dries Backaert

 

23u.30. Een veertigtal gamers staat ter hoogte van de Witherenstraat 34 in Vilvoorde aan te schuiven. De felle verlichting uit de Game Mania vult de harten van de wachtenden met hoop. In de winkel maken de verkopers zich klaar want de plicht roept. De deuren blijven echter nog even dicht.

 

Call Of Duty is een computerspellenreeks dat op verschillende gameconsoles verschijnt. Het is een first-personshooter waarbij de gamer de wereld bekijkt door de ogen van het personage waar hij mee speelt.Wereldwijd werden er al meer dan 135 miljoen exemplaren van de reeks verkocht waardoor het spel één van de best verkochte games allertijden is.

 

Call Of Duty was oorspronkelijk een shooter dat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Vanaf de vijfde uitgave vond er een tijdsverschuiving plaats waardoor de speler nu in de toekomst opereert.

 

De verdeler

 

23u55. De spanning is te snijden. Campingstoeltjes worden dicht gevouwen en dekentjes opgeplooid.  De rij is ondertussen nog wat langer geworden, zo’n tachtig man schat ik. Het testosterongehalte is behoorlijk hoog, maar niemand dat daarover staat te treuren.

 

Tom Henderikx, hoofd formulebeheer van Game Mania, licht toe waarom ze om middernacht voor enkele gamefreaks de deuren wouden openen: “We openden onze deuren om middernacht omdat de echte fans niet meer kunnen wachten tot wanneer we ’s ochtends opengaan. De echte die hards willen als eerste de game in hun handen hebben en zo snel mogelijk online beginnen spelen.”

 

“We doen niet alleen nachtopeningen voor Call of Duty. In het verleden hebben we ’s nachts ook de deuren geopend voor de release van verschillende World of Warcraft Expansion Packs. De nachtopeningen bij Game Mania worden door onze klanten erg gewaardeerd maar het spreekt voor zich dat we dit enkel ter gelegenheid van speciale releases kunnen doen”, besluit Tom Henderikx.

 

De expert

 

23u59. Een laatste trek van de sigaret die daarna onherroepelijk op de grond belandt. Een blikje Red Bull wordt tot de laatste druppel uitgewrongen. De meute schuifelt traag maar gestaag richting ingang waar ze in eerste instantie nog op een kale 2meter10 botst. Hun moment nadert.

 

Yannick Barrera Riano schrijf recensies voor Fragland, een website die gamers op de hoogte houdt van de nieuwste spellen. “De sterkte van de Call Of Duty reeks heeft te maken met twee factoren”, aldus Yannick. “De eerste factor heeft met de single player te maken. De makers proberen het spel op een Hollywood film te laten lijken waarin de speler nu en dan zelf een scene mag spelen. De verhaallijn wordt heel filmisch voorgesteld en tussen twee scenes wordt de gamer ook nog eens getrakteerd op cutscenes, wat eigenlijk geregisseerde tussenfilmpjes zijn. Door de wisselingen in tempo, tussen sensatie, actie en de rustige filmpjes, blijft de speler constant geboeid, iets wat ook filmmakers proberen te doen.

 

“Er worden ook enorme budgetten vrijgemaakt voor het realiseren van de game. Voor de laatste telg uit de Call Of Duty reeks deed spelontwikkelaar Treyarch onder andere beroep op niemand minder dan David S. Goyer. David Goyer heeft onder andere het script van The Dark Knight Rises geschreven, de Batmanfilm die in juli van dit jaar verschenen is. Doordat de ontwikkelaars van het spel met mensen uit de filmwereld samenwerken is dit spel geen domme run-and-gun game. De personages worden als het ware gecast en verder uitgewerkt.”

 

“Een groot deel van de spelers speelt de single player niet eens want naast de single player is de game vooral gekend voor zijn multiplayer waarbij spelers het online tegen elkaar opnemen”, vertelt Yannick. “Wereldwijd zijn er 40 miljoen spelers die de game online spelen. De multiplayer heeft de huidige generatie shooters drastisch veranderd. In het spel wordt gewerkt met een levelingsysteem. Dit wil zeggen dat de speler naarmate het spel vordert wapens, rangen en toebehoren, zoals granaten, kan vrijspelen. De speler krijgt op deze manier een extra uitdaging voorgeschoteld want met betere wapens kan hij betere scores halen. Zoals ik al zei was Call Of Duty de eerste game die op die manier te werk ging. De ontwikkelaars hebben dus een stap voor op de concurrentie. Daarom wordt dit spel ook als de referentie beschouwd als het op shooters aankomt.”

 

“Ten slotte”, gaat Yannick verder, “weet Activision, de Amerikaanse uitgever van het spel, perfect hoe ze het spel moet adverteren. De trailer was onder andere te zien tijdens de pauze van de Super Bowl, de American Footballfinale. De Super Bowl is één van de best bekeken programma’s in de VS en een spot van 30 seconden kost ongeveer 3,5 miljoen dollar maar op die manier slaagt Activision er wel in om het spel te laten opvallen. En dat lukt hen ook. De release van Call Of Duty: Black Ops 2 heeft op de eerste dag al 500 miljoen dollar opgebracht, een record.

 

 

De gamer

 

00u00. De winkel gaat open. Onder luid gejuich en gejoel stormen de eerste klanten de winkel binnen, op zoek naar hun favoriete spel. De kale man zorgt ervoor dat de winkel niet meteen overrompeld wordt. De eerste exemplaren gaan vlot over de toonbank. Sommige gamers kopen onmiddellijk drie of vier stuk. Ongetwijfeld voor de vriend die niet mocht komen van zijn lief. Of voor de oma die na 20u het tehuis niet meer mag verlaten.

 

Maarten Van Belle is al jaren fan van Call Of Duty. “De game helpt mij perfect om te ontspannen. Het mag dan wel heel gewelddadig zijn, het kan met alleszins meer boeien dan een spelletje patience. Daarnaast is het simpelweg de beste game in zijn genre. Ik koop het spel voornamelijk voor de online ervaring. Het concept in de multiplayer is nergens zo goed als in Call Of Duty. Ik ben niet gek genoeg om urenlang aan te schuiven om de game te kopen, ik kan gerust enkele dagen wachten. Ik hoef ook niet per se de eerste Belg te zijn die het spel in zijn console steekt.”

 

Christophe (18) treedt Maarten bij: “De makers van Call Of Duty weten perfect wat de speler wilt. Het klassensysteem waarbij de speler aangemoedigd wordt om wapens vrij te spelen, is uniek in zijn soort. De nieuwe Call Of Duty koop ik pas binnen enkele weken, ik heb op dit moment andere bezigheden die ik niet zomaar opzij schuif om achter mijn PlayStation te kruipen.

 

Maar niet iedereen is even geduldig. Net als bij de release van de iPhone is er rond de game in de loop van de jaren een hele hype ontstaan. Apple-fanaten staan soms urenlang aan te schuiven om als één van de eersten de nieuwste iPhone in hun bezit te hebben. Activision slaagt er net als Apple in om rond elke nieuwe release van Call Of Duty om het hele gebeuren te hypen.

 

De 17-jarige Vincent Pessers is één van de 28.000 fans die stond aan te schuiven aan de Game Mania. “Ik moest het spel gewoon hebben. Het geeft mij een ongelofelijke kick om als één van de eerste een exemplaar in handen te hebben. Zodra ik thuis kom, begin ik te spelen. Of ik de nacht door doe? Neen, ik moet morgen naar school dus rond 3 uur ga ik toch even mijn bed opzoeken.

 

00u05. De eerste gamers verlaten de winkel. De spastische glimlach op hun gelaat doet vermoeden dat ze nog niet onmiddellijk gaan slapen. Als ik hen om een reactie vraag kunnen ze maar één zinnig antwoord verzinnen: “En nu knallen!”

Noren grijpen het minst naar de fles

26 Dec

Ruimschoots op tijd ingecheckt in de luchthaven in Oslo. Nog een tweetal uurtjes wachten voor de terugreis naar België. In een bruin café bij gate 4 zenden ze Manchester United –Liverpool uit. Gezellig aan de toog met een biertje en een voetbalwedstrijd op TV, wie wenst er nog meer? “Dat kost je dan 97 Noorse kronen, meneer.” Dat is een kleine 13 euro. Genoeg om zo van je barkruk te vallen.

 Door Jesse Huybrechts

Alcoholische dranken zijn haast onmenselijk duur in Noorwegen. Je moet al van gegoede huize zijn, wil je er s ‘avonds met vrienden een stevig feestje bouwen. De Noren staan er om bekend niet de armste te zijn, maar toch weten de hoge alcoholprijzen hun effect niet te missen. Nergens in Europa is het alcoholgebruik zo laag als in Noorwegen.

In 2011 voerde de Wereld-gezondheidsorganisatie (WHO) een onderzoek om de drinkpatronen binnen Europa in kaart te brengen. Het alcoholgebruik wordt gemeten op basis van het aantal liter pure alcohol dat iemand jaarlijks verbruikt. Voor de gemiddelde Europeaan is dat 12,5 liter. Dat komt overeen met twee alcoholische consumpties per dag. Globaal gezien drinken de Europeanen maar liefst dubbel zoveel alcohol dan de rest van de wereldbevolking.

Binnen Europa valt er een duidelijke tendens waar te nemen: in de rijkere landen, vooral in Scandinavië, wordt het minst gedronken. Noorwegen spant er de kroon, met maar 8,3 liter per persoon. In Oost-Europese landen zoals Tsjechië en Roemenië, die nog niet zo lang bij de EU behoren en economisch zwakker zijn, wordt het meest naar de fles gegrepen. Centraal- en West-Europa zitten in de middenmoot. Verrassend genoeg zijn wij Belgen nog gematigde drinkers. Met 12 liter pure alcohol per persoon zitten we zelfs nog onder het Europees gemiddelde.

Drinkcultuur

Het contrast tussen onze drinkcultuur en die van de Noren is groot. Als Belgen zijn we wel wat drank gewoon. Onze bieren genieten wereldwijde roem, we gaan maar al te graag een avondje met kameraden op café en we hoeven er bovenal geen fortuinen voor neer te tellen. Als je dan in Noorwegen terecht komt is het wel even aanpassen.

Sofie Verthongen, een Vlaamse studente psychologie, zit op Erasmus in Oslo. Ze was verontwaardigd toen ze een eerste keer iets ging drinken in de Noorse hoofdstad: “Als student heb je het financieel niet al te breed en als je dan zoveel moet betalen voor een biertje of een wijntje, dan wordt een avondje stappen met vriendinnen haast ondoenbaar. Een feestje geven op je kot valt al helemaal niet te betalen.”

Noorwegen staat natuurlijk bekend als een duurder land. De levensstandaard is er van een ander niveau en ook de koopkracht van de gemiddelde Noor ligt een stuk hoger dan die van een Belg. Gelukkig klopt de perceptie niet dat je stevig moet drinken om je te amuseren: “Als we uitgaan vragen we vaak water aan de bar, want dat is gratis. Ook zonder alcohol kan je best een leuke tijd hebben”, aldus Sofie.

Overmatig drinken

Het is niet altijd zo geweest. In de eerste helft van de 19e eeuw bereikte het alcoholgebruik een historisch hoogtepunt in Noorwegen. De Noren goten in die periode jaarlijks zo’n dertien liter pure alcohol door hun keelgat. Met 80 percent van alle alcoholische consumpties werden sterke dranken veruit het liefst gedronken. Het ongenoegen over het overmatig drinken bleef niet lang uit en de overheid trof maatregels om het alcoholgebruik in Noorwegen aan banden te leggen. De handel in alcoholische dranken werd voor een stuk overgedragen aan de staat. Hierdoor werden het winstbejag van de handelaars en de concurrentiestrijd deels binnen de perken gehouden. Dit proces voltrok zich in de 20e eeuw toen de alcoholdistributie in 1939 volledig in handen van de staat kwam.

De verkoop van alcoholische dranken in Noorwegen wordt geregeld door Vinmonopolet. Het staatsbedrijfstaat niet alleen in voor de verkoop van wijn, ook al het bier en sterke dranken worden via het bedrijf verhandeld. Ben je een bierbrouwer of wijnboer en wil je je godendrank in Noorwegen op de markt brengen, dan moet je eerst gaan aankloppen bij Vinmonopolet vooraleer je product in de rekken verschijnt. Hierdoor heeft het staatsbedrijf de hele Noorse alcoholmarkt in handen en kan ze een sterke sociale controle uitvoeren over verkoop en consumptie, en dat zonder winstbejag. Inkomsten worden gebruikt voor sensibiliseringscampagnes en het verbeteren van de service.

Torenhoge belastingen

Naast Vinmonopolet zijn zeer hoge belastingen het belangrijkste instrument om alcohol in beperkte mate, maar op een sociaal aanvaardbare manier, aan de man te brengen. Die belastingen konden eerst op heel wat kritiek rekenen bij de dorstige Noren maar deze tendens lijkt de laatste jaren af te zwakken. In 2005 was nog 75 percent van de Noren tegen de hoge prijzen, maar dat percentage is nu reeds gezakt tot onder de 60 percent en het blijft dalen. Dit blijkt uit cijfers van het Noorse Instituut voor Alcohol en Drugs Onderzoek SIRUS (Statens institutt for rusmiddel-forskning). De Noorse overheid blijft zwaar inzetten op een strikt alcoholbeleid en kan steeds op meer steun rekenen van de Noorse burger.

Natuurlijk blijft er toch enige ontevredenheid bestaan omtrent de hoge alcoholprijzen. Zij die niet zoveel willen neertellen gaan op zoek naar een achterpoortje en trekken naar de Zweedse grens om daar bier, wijn en sterke drank in te slaan. De alcoholverkoop gaat er ook uit van de staat, maar in Zweden, dat wel lid is van de EU, zijn de belastingen op alcoholische dranken beduidend lager.

Doodsoorzaak

De Noorse overheid is zich zeer bewust van de slechte gevolgen van een overmatig alcoholgebruik. Maar ook het WHO wil een gezond bewustzijn rond alcoholgebruik benadrukken. Volgens de organisatie mogen de gevolgen van overmatig alcoholgebruik niet onderschat worden. Ook al drinkt maar de helft van de wereldbevolking alcohol, toch is het, na een te licht geboorte-gewicht en onveilig vrijen, de derde grootste oorzaak van ziekte en vroegtijdig overlijden. In Europa is het de derde grootse risicofactor voor ziekte en overlijden na tabak en een te hoge bloeddruk.

“Iedereen is toch jong geweest?”

18 Dec

Ben je veertien jaar en zit je met wat vrienden op een bankje op een manier anders dan de gebruikelijke, dan kan het je wel eens duur komen te staan. De GAS-boetes houden tegenwoordig iedereen strak in het gelid, of je nu een zatte kathedraalplasser bent of een puberende tiener met wat dons op de beentjes en de baard in de keel. Opvoedkundig of niet, de jeugd van tegenwoordig trekt aan de alarmbel.

Door Jesse Huybrechts

De GAS-boetes of Gemeentelijke Administratieve Sancties laten de  gemeenten toe om zelf datgeen te bestraffen wat zij als overlast beschouwen. Wildplassen, vandalisme, geluidsoverlast… Allemaal streken die bestraft kunnen worden met boetes die oplopen tot 350 euro. Maar daar blijft het niet bij. Je kan het zo zot niet bedenken of een gemeente heeft er tegenwoordig wel een boete voor. Volgens velen drijven ze het een stuk te ver. De GAS-boetes krijgen steeds meer de wind van voren en worden bestempeld als absurd, asociaal en ondemocratisch.

Nutteloos

Vooral de jeugdbewegingen voelen zich het slachtoffer van deze gemeentelijke sancties. Volgens Matti Vandemaele van jeugdbeleidsorganisatie De Ambrassade brengen deze boetes de spontaniteit, die zo kenmerkend is voor onze jeugd, in gedrang. “De GAS-boetes belemmeren jongeren om jong te zijn en zijn nefast voor jeugdwerk. Spontaniteit is toch essentieel in jeugdbewegingen en typisch voor de jeugd? Je mag jongeren niet uit de publieke ruimte weren, aldus Vandemaele.

Ook Bart Vandenbossche, die zeven jaar lang leider was bij de scouts in Halle, is niet te spreken over de GAS-boetes. De jeugdbewegingen zijn volgens hem één van de grote slachtoffers van deze sancties: “Ik zie het als een groeiende onverdraagzaamheid tegenover de jeugd. Laat die zich nu eens amuseren. Daarom sturen ouders hun kinderen net naar de scouts of de Chiro. Tuurlijk steken ze misschien wel wat kattenkwaad uit, maar wie heeft dat nu niet gedaan? Iedereen is toch jong geweest? Waar gaan we naartoe als je als jeugdbeweging al een aanvraag moet indienen bij het gemeentebestuur om verkleed op straat te mogen komen? Het speelse improviseren en die spontaniteit gaan zo helemaal verloren. Tuurlijk, overlast en vandalisme lopen bij iedereen de spuigaten uit, maar gewoon wat lawaai en amusement, dat kan toch geen kwaad?”

Maar ook de plannen om de GAS-boetes eventueel in te voeren in het onderwijs stoten Bart tegen de borst: “Die boetes zijn absoluut nutteloos. Blijkbaar wordt erover gesproken om die boetes nu ook in te voeren in het onderwijs, bijvoorbeeld wanneer er gespijbeld wordt. Ja, wie betaalt dat dan? De ouders natuurlijk. Dan zie ik er de meerwaarde niet van in. Geef ze dan huisarrest of iets dergelijks, maar met boetes bereik je niets. Met wat extra regels willen ze nog wat centen binnenrijven maar volgens mij doen ze daar meer kwaad mee dan goed”, aldus de ex-leider.

De jeugd van tegenwoordig

Wat deed de jeugd vroeger, toen er nog geen sprake was van de Playstation en andere gameconsoles? Toen er nog niet de ene sitcom na de andere te zien was op de buis en gsm’s en de IPod nog toekomstmuziek waren? Buiten spelen. Ravotten in de bossen, verstoppertje spelen met alle kinderen uit de buurt en pas naar huis voor het eten of het slapen gaan. Kampen bouwen en in bomen klimmen. Dit lijken nu allemaal herinneringen voor de oude doos.

Hoewel de jeugd van tegenwoordig wel vaker wordt afgeschilderd als lui en arrogant, lijken de GAS-boetes de jongeren nu wel alle kansen af te nemen om terug te keren naar die kinderlijke onschuld van weleer.

Volgens Pedro De Bruyckere, pedagoog en onderzoeker aan de Arteveldehogeschool, is het grootste probleem dat gepaard gaat met deze GAS-boetes de negatieve beeldvorming rond jongeren. “Veel mensen denken dat de jeugd van vandaag er slecht aan toe is maar dat is niet noodzakelijk zo. Een voorbeeld dat ik vaak geef is het drankgebruik bij minderjarigen. Veel volwassenen denken dat de jeugd van tegenwoordig steeds meer naar de fles grijpt, maar in het tegendeel schuilt meer waarheid. Uit onderzoek blijkt zelfs dat het drankgebruik bij jongeren afneemt.”

Maar het probleem zit volgens De Bruyckere niet alleen in de negatieve beeldvorming: “Je kan je wel de vraag stellen hoe efficiënt deze boetes eigenlijk zijn. Er stellen zich namelijk enkele andere problemen rond de GAS-boetes. Het eerste is de willekeur. Waar je in de ene stad of gemeente een boete voor krijgt, daar kom je ergens anders dan weer mee weg. Een ander probleem is dat de rechter en de persoon die de feiten vaststelt samenkomen in één en dezelfde ambt. Ja, zoiets kan niet en is ondemocratisch. Ik vrees dat de GAS-boetes voor een groot stuk hun bedoelde impact missen. Het opvoedkundige karakter van de sancties komt sterk in gedrang”, aldus De Bruyckere.

De jeugdbewegingen trekken aan de alarmbel. Maar De Bruyckere merkt ook stilaan een tendens bij de gemeente- en stadsbesturen die zichzelf meer en meer de vraag gaan stellen of ze hun doel niet voorbij geschoten hebben. “In de filosofie van veel gemeenten zouden de GAS-boetes een basis moeten vormen voor gesprek. Alleen stel ik me maar de vraag of dat gesprek er wel effectief komt.”

Is er een DJ in de zaal?

17 Dec

Huidige generatie jongeren wilt plaatjes draaien

 

“Plaatjes aan elkaar draaien, dat kan ik ook.” Elke dag beslist wel één of andere jongere om zijn kans te wagen achter de draaitafels. Zowat elke vriendengroep heeft wel een dj. Vroeger leek de hobby exclusief weggelegd voor die ene muzieknerd maar de dag van vandaag maakt de dj-wereld een hele evolutie door.

Sinds 2011 bestaat er zelf een televisieprogramma waarin dj’s het tegen elkaar opnemen. In My Set Rules tonen ze dan gedurende een kwartier Komen Eten-gewijs hun kwaliteiten waarna de andere kandidaten ongezouten hun mening kunnen geven.

Everybody wants to be the DJ.

Everybody thinks it is oh so easy.

You think you belong and you come on strong,

But I can still tell the right from the wrong.

De Dewaele broers wisten het al in 2000: zowat iedereen wilt dj worden. David en Stephen Dewaele, beter gekend als Soulwax en 2 Many DJ’s, reizen de wereld rond en worden als één van de beste Belgische exportproducten beschouwd. De gebroeders draaien al jaren mee en zijn nog steeds bijzonder populair. Zij staan nog voor een dj set pur sang en kiezen niet voor show waarbij de dj meer tussen het publiek staat dan op het podium en met taarten naar de feestvierders gooit.

Nochtans is de evolutie in het DJ-landschap sinds kort pas echt begonnen. Kim Mathijs (35) is de helft van het Limburgse dj-duo Ed & Kim en draait al 20 jaar mee in het circuit. Hij zag het allemaal van dichtbij gebeuren.

“Sinds de digitalisering is er heel wat veranderd. Vroeger moest je soms naar het buitenland voor één bepaalde plaat en kostte het een bom geld je eerste installatie te kopen. Het deejayen was toen enkel weggelegd voor mensen met veel geld of de echte muziekfreaks. Doorgaans kozen mensen gewoon een andere hobby maar de dag van vandaag zijn er echter  computerprogramma’s die het allemaal veel makkelijker en goedkoper maken. De digitalisering heeft ook nog een andere verschuiving teweeg gebracht. Vroeger was de muziek veel exclusiever omdat oplagen bijvoorbeeld beperkt waren. De dj kon dus uitpakken met enkele exclusieve platen en was meteen de held van de avond, ook al kon hij amper twee platen na elkaar spelen. Tegenwoordig is muziek gewoon via het internet verkrijgbaar, de dj’s van nu moeten er dus voor zorgen dat ze een andere manier kunnen opvallen.”

Het is de schuld van Tomorrowland

Was het vroeger dan allemaal beter vraagt een mens zich dan wel eens af. Nicolas Lambrechts staat al sinds 2007 achter de draaitafels, net voor de grote hype begon. Volgens hem spelen verschillende factoren een bepalende rol. “De hype rond bepaalde festivals heeft de ‘dj-cultuur’ ook in de hand gewerkt. Denk maar aan Laundryday, Pukkelpop of Tomorrowland. Die  Belgische festivals lokken elk jaar opnieuw een massa volk. Mensen gaan niet meer naar een festival om hun favoriete rockband aan het werk te zien de dag vandaag. Ze gaan nu naar festivals om hun favoriete DJ te horen draaien, een immens verschil met vroeger. Festivalgangers komen dan thuis van zo’n festival en denken ‘dat kan ik ook’. Ze kopen dan wat software, downloaden, al dan niet legaal, hun muziek en ze zijn vertrokken.”

 

Kim Mathijs sluit zich hier bij aan. “Op zulke festivals horen ze dan David Guetta bezig en zien ze hoe hij 80.000 mensen aan het dansen kan brengen. Ik zie veel jonge dj’s die nauwelijks passie hebben voor muziek en het voor mij om de verkeerde reden doen. Zulke dj’s vergelijk ik altijd met BV’s waarvan ik mij afvraag wat nu eigenlijk hun talenten zijn. Zo’n individuen dragen ook bij tot vervlakking van het vak. Door de democratisering beginnen heel wat jongeren met de foute ingesteldheid. Ze willen veel geld verdienen, in de belangstelling staan en er het liefst van al niet te hard hun best voor moeten doen. Gelukkige is een deel van deze generatie ook zeer getalenteerd en loopt er, ook hier in België, heel wat talent rond die het deejayen enkel en alleen uit liefde voor de muziek doen.” 

“De huidige generatie politici heeft weinig democratisch inzicht”

13 Nov

Mark Demesmaeker reageert na coup in zijn stad Halle 

Door Dries Backaert en Jesse Huybrechts

Mark Demesmaeker van N-VA werd op de avond van 14 oktober de grote overwinnaar in Halle. Toch zag hij luttele uren later de sjerp verrassend genoeg door zijn neus geboord. De man met de groene vingers en het geel-zwarte hart blijft, ondanks de slag in het gezicht, niet bij de pakken zitten.

Gefeliciteerd met de overwinning in de gemeenteraadsverkiezingen.

Dank u. We hebben gewoon ons werk gedaan maar ik koop er niets mee.

Inderdaad. Uw partij was de grote overwinnaar maar toch wordt u nu in de oppositie geduwd. Dat is toch zonde?

Mark: Natuurlijk, dat is jammer. Niet alleen voor mijn partij maar ook voor de kiezer omdat die een krachtig signaal heeft gegeven. Een signaal dat nu eigenlijk genegeerd wordt. Veel mensen vragen zich nu af waarom ze eigenlijk gaan stemmen zijn.

Zou u dit antipolitiek durven noemen? 

Mark: Verkiezingen zijn de hoogmis van de democratie. De burger krijgt dan de kans om zijn stem te laten horen en een kleur te laten vallen. Als die stem dan een half uur na het sluiten van de stembureaus al aan de kant wordt geschoven, kan je wel zeggen dat je de antipolitiek voedt en breng je het hele democratische systeem in diskrediet.

Vindt u het dan ondemocratisch?

Mark: Ondemocratisch zou ik het niet noemen want ze hebben wel degelijk een meerderheid. Is het wel democratisch fatsoenlijk om de grote winnaar, die in één slag de grootste partij wordt, aan de kant te schuiven om dan zelf als ratten in een nest van verliezers bij elkaar te kruipen? Neen. Omdat je op die manier een zeer sterk signaal van de kiezer negeert. Je moet ook kijken naar de verschuivingen en het signaal dat de kiezer heeft gegeven. De kiezer heeft ervoor gekozen om onze partij haar vertrouwen te geven. Ik vind het wel ondemocratisch dat drie verliezers de winnaar zomaar aan de kant kunnen schuiven.

Het is misschien wel onfatsoenlijk, maar daar zit u dan, in de oppositie. Hoe is het zover kunnen komen?

Mark: We zijn deze verkiezingen eigenlijk gestart als underdog. We zaten voordien als kleinere partij in een kartel. We hebben toen beslist om als zelfstandige partij naar deze verkiezingen te stappen. We hebben in één slag elf zetels gewonnen en waren plots de grootste partij. Ik heb de indruk dat we als het ware als een koekoek ons ei hebben gelegd in hun nest en dat wij de gastvogel eruit hebben gebonjourd.

Heeft u eigenlijk overwogen om net als in 2006 in een kartel CD&V/N-VA op te komen bij de gemeenteraadsverkiezingen?

Mark: Er was een sterke vraag van CD&V en er zijn daaromtrent ook verschillende besprekingen geweest. Op een gegeven moment heeft de CD&V ook een voorstel op papier gezet. Ik had daar natuurlijk op kunnen ingaan. Op die manier had ik mijn mandaat gekregen en kon ik eerste schepen worden. Maar wij hebben als partij gevoeld dat we ons op de politieke kaart moesten zetten in Halle en ons als politieke factor lokaal moesten verankeren. Onze achterban is de komende jaren sterk gegroeid. Daarom heeft het partijbestuur in Halle beslist om als zelfstandige partij op te komen, goed wetende dat we hierdoor in de oppositie terecht konden komen.

U had het dus zien aankomen?

Mark: Inderdaad. We wisten ook dat er al sprake was van een voorakkoord. Wij merkten ook meteen dat het opblazen van het kartel een zeer grote rancune teweeg heeft gebracht bij de heer Pieters, de huidige burgemeester, en zijn partij, de CD&V. Zij zijn voor de verkiezingen al met alternatieven gaan praten om een meerderheid te kunnen vormen. De SP.A was één van die partijen, hoewel zij al 24 jaar in de oppositie zaten.

U heeft dus het gevoel dat er in Halle sprake is van een anti-N-VA-coalitie?

Mark: Absoluut! Pure rancune. In eerste instantie waren zij vragende partij om in een kartel te stappen. Dat betekent dat je inhoudelijk voor een groot deel bij elkaar aanleunt en goed kunt samenwerken. Anders wil je toch niet in kartel gaan? Als er inhoudelijk te grote verschillen zijn, is het nutteloos om samen naar de verkiezingen te gaan. We waren blijkbaar wel goed genoeg om in kartel te stappen maar niet om een coalitie te vormen. Ik heb ook het gevoel dat deze coalitie er gekomen is om de eigen carrières veilig te stellen. Vooral binnen de CD&V waar heel wat mensen van het huidige college hun postje kunnen behouden. Zij hebben duidelijk nog aan carrièreplanning gedaan. Het zijn één voor één politici die de pensioengerechtigde leeftijd naderen en aan hun laatste ambtstermijn zullen beginnen. We zitten nu met een generatie politici die weinig democratisch inzicht hebben en uit eigen belang handelen. In eerste instantie de uittredende burgemeester die in het geval van een coalitie met de N-VA, gezien de verkiezingsuitslag,  de sjerp aan mij moest overlaten. En ik denk dat daar in zijn hoofd nooit sprake van is geweest. Hij heeft zich geweerd als een duivel in een wijwatervat om die sjerp te behouden.

De burgemeester zelf zei nochtans dat hij er geen probleem mee zou hebben om schepen te zijn in een coalitie met de N-VA, met u als burgemeester. Zijn partij zag dat echter niet zitten omdat u kiezers van het Vlaams Belang zou hebben overgenomen. 

Mark: Dat is een paraplu opentrekken. Dat wij de kiezers van het Vlaams Belang hebben overgenomen is voor een stuk wel waar. Zij hebben nog amper één zetel over. Je zou dus kunnen stellen dat wij er vijf hebben ‘gepikt’. Maar dan moet hij maar eens uitleggen waar die andere zes zetels vandaan komen. Je kan het moeilijk een verwijt noemen dat we kiezers van het Vlaams Belang hebben overgenomen. Willen ze misschien dat het Vlaams Belang groot blijft? Wij hebben die kiezers terug aan de democratische kant gebracht. Dat is een verdienste. Wij hebben het Vlaams Belang klein gekregen, dat is hen nooit gelukt. De CD&V zoekt natuurlijk een uitleg maar ze komen daar niet mee weg. Ze krijgen het volgens mij simpelweg niet meer uitgelegd.

Hoe ziet u de samenwerking binnen de nieuwe coalitie.

Mark: Het zal niet eenvoudig zijn. Om maar één voorbeeld te geven: Open VLD wil geen belastingverhoging in Halle maar SP.A denkt er helemaal anders over terwijl CD&V nog een andere mening heeft. Het  zal moeilijk zijn om met die drie partijen een coherent beleid te voeren.
Dus CD&V had beter bij u komen aankloppen?

Mark: Zeker. Wij hadden al samen een parcours afgelegd. We weten allebei waar we naartoe willen. Maar toch zitten er nu totaal andere partners rond de tafel.

Het succes van N-VA zou volgens Pieters vooral een nationale hype zijn. Een hype waaraan hij het bestuur van Halle de komende zes jaar niet wil toevertrouwen.

Mark: Daarmee zegt hij eigenlijk dat de kiezer dom is. Dat die zich zogezegd heeft laten leiden door een nationale hype en niet door ons programma,  is volgens mij onzin. Dan kunnen we de verkiezingen maar beter afschaffen en benoemen we Pieters tot burgemeester voor het leven. Daarmee is alles opgelost.

Maar dat zal u zeker en vast niet laten gebeuren. Keert u terug in 2018?

Mark: Ja, dat is mijn grote ambitie. We moeten ervoor zorgen dat we volgende keer incontournable worden. De mensen gaan dit trouwens niet snel vergeten. Het is hét gespreksonderwerp. Omdat het zo frappant is. De grote winnaar, met de hoogste persoonlijke score, wordt aan de kant geschoven door drie verliezers. De perceptie hebben ze nu volledig tegen want de mensen zijn verontwaardigd. Ook mensen die niet voor ons gestemd hebben. De kiezer wordt onderschat. Ze vinden het onbegrijpelijk dat sommige partijen de uitslag negeren. Dit zal zeker en vast in de kleren blijven zitten.

O ironie! Als u was opgekomen in Wallonië dan had u nu de sjerp mogen dragen. Bent u voor een rechtstreekse verkiezing van de burgemeester? 

Mark: Er zijn verschillende mogelijke formules te bedenken maar ik weet niet of een rechtstreekse verkiezing van de burgemeester de goede is. De partij waar hij toe behoort moet ook sterk vertegenwoordigd worden. Ik vind wel dat de grootste partij aan zet moet zijn en initiatief nemen. En onze partij behaalde maar liefst één derde van de stemmen.

Dat klopt, maar 70 procent van de kiezers koos voor een andere oplossing.

Mark: Dus u denkt dat 70 procent voor de huidige oplossing gestemd heeft? Ik denk het niet. Die vraag werd de kiezer niet gesteld, hij heeft daar dus niet voor gekozen. In een democratie moet er voor iemand gestemd worden en niet  tegen een bepaalde persoon of gedachtegoed. Wij hebben van de kiezers in Halle het meeste vertrouwen gekregen.

Heeft u het vertrouwen van de kiezers niet geschaad door geen meerderheid te vormen?

Mark: Neen helemaal niet. Nadat de eerste resultaten binnenkwamen heb ik contact opgenomen met de CD&V. Als grootste was het mijn plicht om mijn verantwoordelijkheid te nemen en om een stabiele meerderheid te vinden. Maar zij hebben toen de boot afgehouden. Een half uur later kreeg ik te horen dat alles al getekend was. Een slag in ons gezicht.

Think global, act local

In januari verkast u naar het Europees Parlement. Ziet u dat als een troostprijs?

Mark: Neen, ik had er ook helemaal geen rekening mee gehouden. Ik wist nog vaag dat ik in 2009 als opvolger op de lijst had gestaan voor het Europees Parlement. Frieda Brepoels laat die post nu over aan mij omdat zij vanaf januari burgemeester wordt in Bilzen. Daar moet een gat worden opgevuld. Ik doe dus wat er van mij verwacht wordt. Een troostprijs zou ik dat niet durven noemen.

Hoe hoopt u het Vlaamse gedachtegoed van de N-VA mee te nemen naar het Europees parlement?

Mark: Think global, act local. In het Europees Parlement wordt beslist wat er op lokaal niveau uitgevoerd moet worden. In die zin liggen lokaal en Europa in elkaars verlengde. Ik wil er voornamelijk onze standpunten en visies over territorialiteit verdedigen. De Franstaligen staan daar al veel verder in dan wij. Zij gebruiken internationale fora te pas en te onpas om hun visie door te drukken. Ze besmeuren in Europa het imago van Vlaanderen. Als inwoner van de Vlaamse rand ga ik proberen om ook onze kant van het verhaal te laten horen.

Dominant Frans

Bart De wever wil de Vlaamse bewegingen zoals Vlaanderen Vlagt afschaffen. Kan u hem daarin volgen?

Mark: Ergens wel ja. Maar dat heeft ook te maken met de manier waarop de media het probeert in beeld te brengen. Ik denk dat we wel veel aan de Vlaamse beweging te danken hebben en in die zin ben ik het niet  met hem eens. De Vlaamse beweging begon als een cultuur, taalbeweging, en we zouden vast niet zo ver staan zonder hen. Ik ga die mensen zeker niet afvallen maar het is wel zo dat aan een deel van die Vlaamse Beweging een ranzig kantje zit. Ik loop ook niet graag in het gezelschap van de mensen van Voorpost maar het grootste deel van de Vlaamse Beweging zit wel in het democratische kamp.

Ze kunnen dus nog wel degelijk een rol spelen voor Vlaanderen?

Mark: Zeker. Zolang de Franstaligen in de Vlaamse rand de grenzen niet erkennen, een apartheidspolitiek voeren en de Vlamingen buiten  pesten, kan de Vlaamse Beweging  nog van groot belang zijn. In de rand wordt door de Franstaligen een politiek gevoerd om Vlaamse verenigingen het leven zuur te maken. De Franstalige eenheidslijsten voeren al jaren een taal-etnische zuivering door. En daarom is er wel nog een Vlaamse Beweging nodig die nu en dan de straat op trekt. Maar dan wel  op een ludieke en democratische manier en niet op een extremistische manier, die misbruikt zou kunnen worden door bepaalde segmenten van de media en waar te makkelijk een karikatuur van te maken is.

De Franstaligen bezorgen u duidelijk heel wat kopzorgen.

Mark: We zitten zeker en vast met een probleem van  verfransing of ‘ontnederlandsing’ zoals ik het noem. Waar twee talen of culturen elkaar ontmoeten moet er op voet van gelijkheid gehandeld worden. Maar daarvoor is het Frans een veel te dominante taal. Als vijf vrienden op café gaan waarvan er vier Nederlandstalig zijn en de andere Franstalig zal de conversatie toch in het Frans gevoerd worden.  Hierdoor wordt  het Nederlands verdrongen.

En denkt u dat dit opgelost wordt door niet meer met Franstaligen op café te gaan?

Mark: Ik denk dat het probleem enkel kan opgelost worden wanneer de grenzen vastliggen en je op gelijke voet samenleeft. Dit kan enkel binnen een constitutionele context waarbij Vlaanderen een zo groot mogelijke autonomie heeft en een erkend territorium. We moeten naar een confederaal systeem waarbij autonome staten nog wel kunnen beslissen om samen te werken. Zich als goede buren inschrijven in een schaalvergroting die veel efficiënter is dan een geblokkeerd niveau waarin we ons nu bevinden in het Belgische systeem.

Maar dit kan u enkel bereiken op federaal niveau. Heeft u ambities om het in 2014 federaal te proberen?

Mark: Dat laat ik aan de partij over. Ik ben slechts een soldaat maar ik vermoed dat de partij mij waarschijnlijk zal inzetten omdat ik een grote electorale sterkte heb. Na 14 oktober heb ik er met de voorzitter over gesproken maar het is nog te vroeg om daar beslissingen over te nemen. De pionnen zullen pas later gezet worden.

Maar u heeft wel degelijk ambitie?

Mark: Ik heb vooral de ambitie om nog niet op pensioen te gaan. In 2018 doe ik opnieuw een gooi naar het burgemeesterschap in Halle. Ondertussen doe ik gewoon mijn werk.

 

 

 

Allerheiligen

12 Nov

“De rode voor oma. Of de witte voor oma en de rode voor tante Germaine?” Bij Bloemen Rudy & Veerle kunnen er niet genoeg chrysanten verkocht worden. Het is 1 november en iedereen trekt weer warm aangekleed naar het kerkhof.

Door Jesse Huybrechts

Het is typisch grijs Allerheiligenweer. Om de twintig minuten regent het oude wijven en er hangt een geur van rotte herfstbladeren in de lucht. Net zoals zoveel begraafplaatsen in Vlaanderen is het kerkhof aan de Galgstraat in Sint-Pieters-Leeuw een echt trekgat. De wind komt er van over de open velden guur binnengewaaid en lijkt zo al wie nog leeft van tussen die zerken te willen blazen. Recht naar huis voor het gebruikelijke stukje taart en tasje koffie met de familie.

Maar toch zijn velen, al dan niet moreel verplicht, vastberaden om hun weg op het kerkhof verder te zetten. Ongemakkelijk met een enorme paddenstoel van chrysanten onder de arm, nat van de regen en vuil door de modder. Het lijkt wel alsof ze op een enorme parking terecht zijn gekomen en niet meer weten waar ze hun wagen hebben achtergelaten. De kinderen hebben nog geen les gehad in kerkhofetiquette en lopen elkaar luidkeels achterna. Een korte opmerking van de mama en ze voegen zich weer in het gelid.

In kleine groepjes trekken de bezoekers langs de graven. Langs Alfons van de zus van de bakker op de hoek. Langs Irène de stiefzus van de tweede vrouw van de commissaris. Langs Gilbert die tijdens de oorlog nog met de Duitsers heeft meegedaan. Graven met elk een eigen verhaal. Tot ze bij hun dierbare familieleden zijn aangekomen. Dan wordt er even niets meer gezegd. Nog even snel wat bladeren van de zerk vegen en er die chrysanten neerpoten. En een moment van reflectie.

 Het kerkhof werd voor deze feestelijke dag weer helemaal opgedirkt. Bomen gesnoeid, plantsoenen getrimd en grasmatjes gemaaid. Allerheiligen is het feest van de doden en toch is het kerkhof nooit zo kleurrijk als vandaag.  Te grote kruinen bloemen in een onhandig klein potje die omwaaien bij het kleinste briesje. Hele zerken gaan verscholen onder die grote witte, rode en gele chrysanten. Een nieuwe lading kleur om het geweten weer een jaartje te sussen.

 

Toch merk je hier en daar het banale van de dood en sijpelt zelf tussen de zerken de zakelijke kant van dit alles door. Graven reeds gegraven voor de volgende klant, wansmakelijk bedekt met een roestige golfplaat. Stickers op oude zerkjes met de melding dat het graf de toegestane termijn bereikt heeft en spoedig met geraamte en al uit de grond zal geknepen worden als een overrijpe puist. Plaats maken voor de volgende generatie. Hier en daar staan tonnen boordevol met de slachtoffers van afgelopen jaar: stinkende bruine verwelkte bloemen aan een klont ranzige aarde. Bedankt voor bewezen diensten.

 Om 17u komen de mannen van de groendienst het kerkhof opgewandeld. Eén voor één halen ze de vlaggen van stok: de Belgische driekleur, de Vlaamse Leeuw en de rood-witte vlag van de gemeente. Opgeplooid en opgeborgen tot volgend jaar.

“Nergens zijn ze gekker als bij ons”

7 Nov

Zoals bij het begin van elke nieuwe voetbalcampagne voor een EK of een WK is alles nog steeds mathematisch mogelijk voor onze Rode Duivels. Meer zelfs, onze jongens staan na vier wedstrijden mee aan de leiding in groep A. Voor het eerst in tien jaar is niet alleen de bondsvoorzitter optimistisch maar staan ook de supporters terug achter hun team. Gewaad in rode kleren trekken jong en oud naar het stadion en zorgen ze er voor een ongeziene sfeer. Voor ons is dit fenomeen vrij nieuw maar onze vriendelijke noorderburen houden dit al meer dan vier decennia vol.

Door Dries Backaert

Jarenlang deed onze nationale voetbaltrots het erbarmelijk slecht maar sinds kort lijkt de hemel eindelijk een beetje open te klaren. België is halfweg de campagne nog steeds op koers richting Brazilië en dat is voor vele fans een hele opluchting. De beleving en het enthousiasme rond de nationale ploeg is groter dan ooit tevoren. Tijdens de vorige campagne voor het Europees kampioenschap in Polen en Oekraïne werd het Belgische vuur al lichtjes aangewakkerd.  De resultaten waren niet altijd even denderend maar het spel en de publieke beleving gingen er bij elke wedstrijd op vooruit. De nationale ploeg kon zich niet kwalificeren voor dat EK maar toch blijven de Belgische supporters geloven in wat sommigen ‘een gouden generatie’ noemen. En die supporters vinden dat het nu hoog tijd is om te oogsten. De vergelijking met de Nederlanders kunnen de Belgen nog niet doorstaan want zij zijn zo mogelijk  nog gekker en nog fanatieker.

Oranje ridders 

Het Oranjelegioen, zoals ze zichzelf doopten, heeft het dan ook iets makkelijker dan de Belgische supporter. De Nederlanders kennen een opeenvolging van sterke generaties die, op een uitzonderlijke uitschuiver in 2002 na, zich keer op keer wisten te plaatsen voor een groot voetbaltornooi. Elk decennium staan er in Nederland voetbalhelden op zoals Johan Cruyff, Marco Van Basten, Dennis Bergkamp en Robin van Persie.

Aan de oorsprong van de oranjegekte ligt Willem van Oranje die in de zestiende eeuw de onafhankelijkheidsoorlog van Nederland tegen Spanje leidde. De titel ‘van Oranje’ kreeg Willem omdat hij op elfjarige leeftijd het Franse prinsdom Orange had geërfd van zijn neef René van Chalon.

In de aanloop van zo’n groot tornooi stijgt de oranjekoorts de supporters en marketeers naar het hoofd. Supermarkten en straten kleuren weken van tevoren  al oranje en allerlei accessoires worden naar de mensen hun hoofd geslingerd. En dan moet het eigenlijk allemaal nog beginnen. Tijdens het sportevenement zelf trekken de supporters in grote getale naar het gastland om er een Nederlandse kolonie neer te zetten.  In grote groepen en als oranje ridders veroveren ze dan een van de gaststeden om pas enkele weken later terug naar huis te vertrekken.

Goede prestaties vormen de basis

Al in 1934 was er voor het eerste sprake van het ‘oranje’ fenomeen, toen Nederlandse supporters Italië inpalmden tijdens het wereldkampioenschap voetbal. Maar de gekte barstte pas echt los tijdens het WK van 1974 in West-Duitsland. Toen woonden 40.000 Nederlandse supporters elke wedstrijd van hun team bij in het stadion. Hoewel Nederland in die finale de duimen moest leggen voor het gastland, werd het enthousiasme dat tijdens dat wereldkampioenschap rond de ploeg ontstaan was niet getemperd.

Toen Nederland er in 1988 in slaagde om Europees kampioen te  worden barstte de gekte helemaal los. Sinds het EK van 1988 kleurt zelfs Koninginnedag  feller oranje dan voordien. In de daaropvolgende kampioenschappen werd  het Nederlandse straatbeeld volledig omgetoverd in een oranje landschap. Nederland was sinds 1988 nooit meer eindlaureaat op een van de grote kampioenschappen. Toch is het enthousiasme rond het elftal in de voorbije jaren alleen maar toegenomen.

“Oranje is onze identiteit” 

Dat enthousiasme zit in zowat elke Nederlander ingebakken. “Zowel de supporters in het stadion als de mensen die een wedstrijd van het Nederlandse voetbalelftal op groot scherm volgen, brullen het Wilhelmus uit volle borst mee”, aldus Timothy van Poucke, supporter in hart en nieren. “Belgen verwijten ons wel eens dat we arrogant zijn, maar dat hoort  gewoon bij de beleving van zo’n tornooi. Wij komen arrogant over omdat we erin geloven. Nergens zijn de supporters zo gek en zo fanatiek als bij ons.”

Wie denkt dat de oranje epidemie vooral mannelijk Nederland treft, vergist zich. Zelfs vrouwen manifesteren zich tijdens grote sportevenementen als supporter. “Ik zou het niet zomaar een ‘gekte’ durven noemen”, zegt Michelle. “Nederlanders zijn van nature heel trots op hun land. Veel meer dan een oranjegekte zou ik het een oranjegevoel willen noemen. Een gevoel van fierheid en trots omdat we Nederlander zijn. De oranjegekte is gewoon een uiting van onze identiteit. ”

Positieve invloed op de samenleving

Martijn van Zomeren, hoofddocent Sociale Psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, beschouwt de aanvallen van oranjekoorts niet zozeer als een vorm van nationalisme. Hij spreekt liever over een vorm van gemeenschapszin waarin het individu iets vindt dat iedereen gemeenschappelijk heeft. Van Zomeren beschouwt zulke sportevenementen als de ideale gelegenheid om de individualisering in de maatschappij tegen te gaan en het nationale gevoel als groep te beleven.

Het oranjegevoel kan zelfs functioneel optreden door de samenleving bij elkaar te houden omdat zo veel mensen een duidelijk gemeenschappelijk gedeelde identiteit hebben. Voor veel Nederlanders is voetbal een onmisbaar deel van hun identiteit geworden.

Welkom

11 Oct

Hallo,

Wij zijn Jesse en Dries, twee studenten van de master Journalistiek aan de Erasmushogeschool in Brussel. De komende weken kunnen jullie hier terecht voor nieuws uit de sport-, muziek-, en filmwereld. Ook columns en interviews kunnen af en toe de revue passeren.

Veel leesplezier.

Jesse & Dries